Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word speels
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
sportive | ||
🔗 Dit waren schepsels afkomstig uit de grotten van de maan van Albireo Zeven, een volgzaam ras, zowel speels als toegenegen. | ||
(doen; optreden; vertonen) | ; ; | |
(uitvoeren) | ; enact | |
🔗 Ik had die dag met het idee gespeeld er een eind aan te maken. | ||
🔗 Dit is niet een plaats om te spelen. | ||
(vertolken) | ||
🔗 „En ik”, zei Gurth, „heb voor een Saksische varkenshoeder de rol van Normandisch schildknaap niet slecht gespeeld.” | ||
ludi la rolon de |
Dutch | English |
---|---|
speels | ⇆ arch; ⇆ coltish; ⇆ desipient; ⇆ frisky; ⇆ frolicsome; ⇆ gamesome; ⇆ kittenish; ⇆ playful; ⇆ sportive |
speelsheid | ⇆ playfulness; ⇆ sportiveness |
spelen | ⇆ act; ⇆ be at play; ⇆ disport; ⇆ do; ⇆ enact; ⇆ gamble; ⇆ game; ⇆ perform; ⇆ play; ⇆ play out; ⇆ render; ⇆ toy; ⇆ trifle; ⇆ twiddle; ⇆ sport; ⇆ touch; ⇆ play the part of |