Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word ontsteken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
be inflamed | ||
🔗 De brandharen van de rupsen kunnen leiden tot klachten zoals ontstoken ogen, jeuk en koorts. | ||
(aansteken; doen ontbranden; in brand steken; stoken) | ; | |
🔗 Nu werden er meer toortsen ontstoken. | ||
(aansteken) | eklumigi | |
🔗 In afwachting van medische hulp ontstak Joost het licht en schoof de stoel van heer Bommel naar een koele plek bij het raam. | ||
inflammation | ||
(ontbranding) | ignition | |
(insteken) | ; insert ; put in ; input | |
🔗 Waar gaat u hem in steken, heer graaf? | ||
(doen; plaatsen; stoppen; zetten) | ||
🔗 Ja, steek hem er diep in! | ||
(porren; pikken; priemen; prikken) | ; ; ; ; jab ; ; | |
🔗 Ik moest zorgen dat ik mijn zwaard tussen zijn ribben stak. | ||
be stuck | ||
🔗 Het zwaard aan zijn zijde stak in een schede van rood leer. |
Dutch | English |
---|---|
ontsteken | ⇆ become inflamed; ⇆ blast off; ⇆ detonator; ⇆ enkindle; ⇆ fire; ⇆ ignite; ⇆ inflame; ⇆ kindle; ⇆ rankle |
iemand in toorn doen ontsteken | ⇆ kindle somebody’s wrath |
ontsteker | ⇆ igniter |
ontsteking | ⇆ blast‐off; ⇆ firing; ⇆ ignition; ⇆ inflammation; ⇆ kindling |
steken | ⇆ cut; ⇆ draw; ⇆ invest; ⇆ jab; ⇆ knife; ⇆ link; ⇆ pink; ⇆ poke; ⇆ prick; ⇆ pricking; ⇆ prickle; ⇆ prod; ⇆ put; ⇆ sting; ⇆ stab; ⇆ stick; ⇆ thrust; ⇆ spit; ⇆ run; ⇆ sheathe; ⇆ shoot; ⇆ shove; ⇆ smart; ⇆ be; ⇆ spear; ⇆ stick in one’s throat; ⇆ burn |