English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word pink

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(rose)
roza
(little finger)
China pink
(rainbow pink)
clove pink
(carnation)
;
mullein pink
(rose campion; dusty miller; lamp‐flower)
krona sileno
pink queen
(spiderflower; spider legs; grandfather’s whiskers; spider plant)
rainbow pink
(China pink)
sea pink
(sea thrift)
Engels gras
salmon‐pink

EnglishDutch
pink anjelier; anjer; kloppen; lichtrood; linksig; pingelen; pink; roze; rozekleurig; rozerood; steken; uitschulpen
be in the pink in een uitstekende conditie verkeren
China pink Chinese anjer
clove pink tuinanjelier; tuinanjer
in the pink of health in blakende welstand
mullein pink prikneus
pinking shears kartelschaar
rainbow pink Chinese anjer
sea pink Engels gras
tickled pink dolblij; in de wolken; in zijn sas
rose‐pink roze
salmon‐pink zalmroze