Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word instromen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(binnen; op; te; van; aan); ;
🔗 En zie, daar viel hij in een beerput.
(aan; betreffende; met; naar; omtrent; op; over; van; voor); ; ; ; ;
🔗 De jongens verschillen enigszins in lengte.
(bij; gedurende; onder; met; op);
🔗 In de afgelopen tien jaar hebben ongeveer tweeduizend arbeiders uit heel Europa aan de tunnel gewerkt.
(lopen; vlieten; vloeien); ;
🔗 De rivier stroomde in een wijde bocht om de heuvel heen.

DutchEnglish
instromen flow in; pour in; stream in
in aboard; about; at; in; inside; into; on; within; of; for; to; up
stromen course; flock; flow; gush; pour; surge; run; rush; stream