Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word hard maken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(harden; verharden) | harden | malmoligi |
(aantonen; adstrueren; bewijzen; staven) | ||
🔗 De rechtbank in Amsterdam oordeelde in die zaak dat Coldeweijer haar beweringen niet kon hardmaken. | ||
(vechten voor) | push for ; stand up for ; strive for ; work hard towards | |
(luid) | ||
🔗 Bekend is dat je doof kunt worden van harde muziek. | ||
(onzacht) | ||
(grimmig; scherp) | ; | |
(hardvochtig; meedogenloos; ongenadig) | relentless ; callous ; hardline ; merciless ; pitiless ; | |
🔗 Ja, ja, als koopman moet men wel eens hard wezen. | ||
(straf; streng) | ; ; stern ; ; | |
🔗 Rondom de grote steden zijn de wegen goed te noemen, maar de provinciale wegen zijn vaak slecht onderhouden en door de harde winters lijden de wegen zeer. | ||
(hardop; luid) | ||
🔗 Rhialto klapte hard in zijn handen. | ||
(krachtig; sterk; zwaar) | ||
🔗 In de hele regio was sprake van wateroverlast en zijn door de harde wind veel bomen omgewaaid. | ||
🔗 Ik had Durrell nog nooit zo hard zien werken. | ||
🔗 Het harde, duurzame en veerkrachtige hout wordt gebruikt in de meubel‐ en wagenmakerij. | ||
(zwaar; streng; flink) | ||
🔗 Het regende nog precies even hard als een uur of wat tevoren. | ||
(krachtig; sterk) | ; emphatically ; ; | |
🔗 Ook valt er veel sneeuw en waait het hard. | ||
(doen ontstaan; formeren; instellen; opleveren; opwekken; in het leven roepen) | ||
🔗 Ik maakte geen vuur. | ||
(uitvoeren; vervaardigen) | ; | |
🔗 Hoe wordt een bronzen beeld gemaakt? | ||
(doen; laten) | ||
🔗 Dat maakte dat hij zich iets beter voelde. | ||
(creëren; scheppen) | ||
🔗 Ook de andere schilderijen die hier hangen, zijn niet in Londen gemaakt. | ||
(herstellen; repareren; verstellen) | ; repair ; | |
(scheppen) | ; | |
(aanmaak; vervaardiging; doen) | making | |
🔗 Heer Bommel was in zijn gemakkelijke stoel gaan zitten om rustig over het maken van een atoombom te kunnen nadenken. | ||
(begaan; doen; uithalen; uitrichten; verrichten; uitvoeren) | ||
🔗 Ten eerste moeten wij een keus maken. | ||
(aanmaken) | ||
🔗 Je moet voor mij een robot maken. | ||
; | ||
🔗 We moeten van de nood een deugd maken. |
Dutch | English |
---|---|
hard maken | ⇆ firm up; ⇆ harden; ⇆ steel |
zich hardmaken voor | ⇆ strive for; ⇆ stand up for; ⇆ push for; ⇆ work hard towards |
hard | ⇆ apace; ⇆ astringent; ⇆ badly; ⇆ blustery; ⇆ cast‐iron; ⇆ concrete; ⇆ dour; ⇆ fast; ⇆ firm; ⇆ grim; ⇆ gruelling; ⇆ hard; ⇆ hard‐boiled; ⇆ hardcore; ⇆ harsh; ⇆ iron‐clad; ⇆ loud; ⇆ rigorous; ⇆ sorely; ⇆ tough; ⇆ stern; ⇆ rough; ⇆ roughly; ⇆ rude; ⇆ rugged; ⇆ sclerotic; ⇆ severe; ⇆ severely; ⇆ stony; ⇆ hardly; ⇆ harshly; ⇆ uncaring; ⇆ unfeeling; ⇆ in a loud voice |
maken | ⇆ repair; ⇆ fix; ⇆ amount to; ⇆ build; ⇆ coin; ⇆ coinage; ⇆ compose; ⇆ confect; ⇆ confection; ⇆ constitute; ⇆ construct; ⇆ create; ⇆ do; ⇆ draw; ⇆ fabricate; ⇆ form; ⇆ get up; ⇆ give; ⇆ make; ⇆ making; ⇆ manufacture; ⇆ take; ⇆ mend; ⇆ offer; ⇆ pass off; ⇆ produce; ⇆ raise; ⇆ realize; ⇆ render; ⇆ score; ⇆ send; ⇆ shape; ⇆ tailor; ⇆ turn; ⇆ volunteer; ⇆ drive |