English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word rude

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(impolite; vulgar);
🔗 My dear child, you are rude.
(impertinent; brazen; perky; insolent)
rudely
(abruptly; off‐handedly; sharply; shortly; suddenly)
; ;
rudely
(impolitely)
rudeness
(impertinence)
; ; ;
rudeness
(abruptness; off‐handedness)
;
rudeness
(vulgarity)

EnglishDutch
rude grof; hard; impertinent; lomp; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; onhebbelijk; onheus; onzacht; plomp; primitief; ruig; ruw; streng; vrank
be in rude health blaken van gezondheid; in blakende welstand verkeren
rude things grofheden; onbeleefdheden
rudely onbeleefd; onzacht; plomp
rudeness lompheid; onbeleefdheid; onbeschoftheid; onhebbelijkheid; plompheid; ruwheid