Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geestkracht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
soul
;
🔗 Hij zag er toch niet uit als een boze geest?
(intellect; verstand)
intellect
;
(verstand)
🔗 Haar geest bleef volkomen leeg.
; ;
genie
(fantoom; schim; spook);
🔗 Zijn er veel geesten in Amsterdam?
🔗 Ik zal in dezelfde geest antwoorden.
🔗 Ik zweefde als een geest door de verlaten stad.
🔗 De wind ruiste zachtjes door de boomtoppen en Tom meende in dat geluid de geesten der afgestorvenen te horen, die zich beklaagden dat zij in hun rust gestoord werden.
psyche
🔗 De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
🔗 Bereken de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend.
(sterkte);
vigour
(macht; vermogen)
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen!
🔗 Ik heb je zo vernederd dat je niet eens meer de kracht hebt om er een einde aan te maken.
(sterkte);
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter.

DutchEnglish
geestkracht energy; intellectual power; mental power; spirit; strength of mind
geest animus; esprit; ethos; genie; genius; ghost; mind; phantom; spirit; spectre; spook; tenor; wit; wraith; sprite; shadow; strain; intellect; apparition; visitant
kracht efficaciousness; efficacy; energy; expressiveness; force; fortitude; goodness; intensity; might; muscle; pith; potency; power; puissance; strength; vigour; zing; spirit; steel; stress; thews; employee; worker; vim; wallop