Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bijzaak

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
side‐issue
🔗 Daarom kon de stomme film toe met een minimum aan tekst en daarom is tekst bijzaak in de strip.
side‐issue
;
matter of secondary importance
;
matter of minor importance
;
accessory matter
accessory matter
;
side‐issue
;
sideshow
side‐issue
🔗 Al het andere is bijzaak.
🔗 Of ik me de zaak Crale herinner?
; ; ;
🔗 Geef ons drie dagen om onze zaken te regelen.
(ding);
(winkel);
🔗 Jullie hebben mijn zaak geplunderd!
;
; ;
(affaire; kwestie; aangelegenheid); ;
🔗 Dat is in hoge mate mijn zaak.

DutchEnglish
bijzaak accessory; accessory matter; detail; matter of minor importance; matter of secondary importance; no object; off‐issue; side‐issue; sideshow
bijzaak zijn be no object
bijzaken unessentials
zaak affair; business; case; cause; concern; job; matter; outfit; part; place; premises; proposition; thing; show; transaction