Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bepaling

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(definitie; omschrijving)
(vaststelling)
fixing
(clausule; voorwaarde);
provision
(beding; conditie; voorwaarde; bedinging);
stipulation
;
provision
(voorschrift)
regulation
(definiëren; omschrijven; vastleggen);
determine
(determineren; vaststellen); ; ;
🔗 Op dit moment ging het erom te bepalen waar Brand was.
(demarcatie)
demarcation
(afbakening)
delimitation
;
demarcation
bearing
waardebepaling
(schatting; taxatie; waardering)
assay
;
judgement
;

DutchEnglish
bepaling adjunct; appointment; ascertainment; assize; clause; condition; definition; determination; enactment; extension; fixing; provision; regulation; restriction; stipulation
bepalen appoint; ascertain; assign; condition; confine; decide; decree; define; determine; enact; fix; lay down; ordain; provide; qualify; rate; restrict; stipulate; set
overgangsbepaling temporary provision
plaatsbepaling localization; location
positiebepaling fix; position‐finding; fixing of position; location
prijsbepaling fixing of prices; fixation of prices
strafbepaling penalty clause; penal provision
tijdbepaling determination of time; adjunct of time
tijdsbepaling determination of time; adjunct of time
uitzonderingsbepaling saving clause; exceptional disposition
verbodsbepaling prohibitive regulation
waardebepaling evaluation; valuation