English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word clause

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(provision);
(paragraph)
(proposition); ; ;
🔗 Prepositions often end clauses in English, but never in Esperanto.

EnglishDutch
clause artikel; bepaling; bijzin; clausule; passage; zinsnede
appeal clause beroepsclausule; bezwaarclausule
by clause artikelsgewijs; artikelsgewijze
competition clause concurrentiebeding
contracting‐out clause ontsnappingsclausule
gold clause goudclausule
let‐out clause ontsnappingsclausule
non‐compete clause concurrentiebeding
object clause voorwerpszin
objective clause voorwerpszin
parenthetic clause tussenzin
penalty clause strafbepaling
principal clause hoofdzin
saving clause uitzonderingsbepaling; voorbehoud
subjective clause onderwerpszin
subordinate clause bijzin
survivorship clause verblijvingsbeding