English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word determine

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
determine (fix; decide; set; settle)	determineren ; bepalen ; vaststellen	determini
🔗 This, I believe, is what Nai the Hever wishes to determine.
determine (define; allot)	bepalen	difini
determine (affix; attach; fasten; fix; make fast; secure; set; stick; appoint; belay; peg)	bevestigen ; vastmaken	fiksi
determine (decide; choose; resolve; settle; adjudicate)	beslissen ; besluiten	decidi
determine (define; narrow; pinpoint; state)	nader bepalen ; omschrijven ; preciseren	precizigi
determinant	determinant	determinanto
determined (resolute; unhesitating; decisive; unflinching)	kordaat ; resoluut ; vastberaden	decidema
🔗 Determined to visit Jan in person, he went into the mountains on horseback.
determining (defining; definite)	bepalend	difina
determinism	determinisme	determinismo
deterministic (determininist)	deterministisch	determinisma

English	Dutch
determine	⇆ bepalen; ⇆ beslissen; ⇆ besluiten; ⇆ determineren; ⇆ eindigen; ⇆ vaststellen
determine on	⇆ besluiten tot
determinable	⇆ bepaalbaar
determinant	⇆ bepalend; ⇆ beslissend; ⇆ beslissende factor; ⇆ determinant
determined	⇆ beraden; ⇆ kordaat; ⇆ resoluut; ⇆ vastberaden; ⇆ vastbesloten
determining	⇆ bepalend
determinism	⇆ determinisme
deterministic	⇆ deterministisch
predetermine	⇆ vooraf bepalen; ⇆ vooraf vaststellen; ⇆ voorbeschikken