English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word regulation

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
regulation
(setting)
;
regulation
(rule)
regulation
(control; reign; rule; governance; ruling; ascendancy; ascendance)
; ; ; ;
regulation
(setting; adjustment)
vereffening
(regularize; settle; adjust); ;
reguligi
(regiment)
reglamenti
regulations
(rules)
regulations
(rules; code; protocol)
regulations
(bye‐laws; statute; rules; articles; ordinance)
statuut

EnglishDutch
regulation bepaling; dienst‐; model‐; normalisatie; normalisering; ordening; regeling; reglement; reglementair; reglementering; schikking; statuut; verordening; voorgeschreven; voorschrift
police regulation politieverordening
provisional regulation overgangsregeling
regulation helmet integraalhelm
safety regulation veiligheidsvoorschrift
temporary regulation overgangsregeling
traffic regulation verkeersregeling
transitional regulation overgangsregeling
regulate normaliseren; ordenen; regelen; reglementeren; reguleren; schikken
regulations reglement; statuten