Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord zuinig

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
economically
;
ŝpareme
🔗 Hij is niet fors, maar hij wekt mijn vertrouwen door de zuinige wijze waarop hijzich met zijn glas bezighoudt.
(spaarzaam);
economical
;
provident
🔗 Arie keek zijn zuinige vriend vol afkeer aan.
(spaarzaam)
zuinig zijn met
stint
(sparen; uitsparen)
economize
🔗 We zullen moeten bezuinigen.
zuinigjes
(zuinig)
economically
;
ŝpareme

NederlandsEngels
zuinig canny; economical; grudging; provident; saving; sparing; stingy; thrifty
zuinig met saving of
zuinig zijn met conserve; nurse; spare; stint on
bezuinigen chop; economize; retrench; skimp; reduce one’s expenses; cut down expenses; reduce expenditure
zuinigheid economy; providence; thrift