Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vrouw

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(echtgenote; gemalin);
spouse
🔗 Dit is mijn vrouw.
vrouw
(wijfje; vrouwtje)
(vrouwmens; vrouwspersoon; wijf);
female
🔗 Het was een vrouw die me dit gaf.
(dame; koningin)
(mevrouw; dame)
(trouwen)
take to wife
vrouw des huizes
(huisvrouw)
(barmeisje)
barmaid
drinkeja servistino
🔗 Intussen heeft Zijlstra plaatsgenomen op een stoel naast de barvrouw.
(minister)
female minister
;
🔗 En de teller loopt op, benadrukt de bewindsvrouw.
(bijwijf; bijzit)
concubine
mayoress
;
female neighbour
🔗 Ze zei dat de buurvrouw haar kat vergiftigd had.
peeress
🔗 Griekse archeologen hebben een graf van 1.800 jaar oud van een edelvrouw gevonden op het eiland Síkinos.
(ex)
🔗 De politie is woensdagochtend met huiszoekingen gestart in het huis van de ex‐vrouw in Steenwijk en in de woning van de verdachte in Meppel.
hostess
🔗 Mijn gastvrouw wendde zich tot mij.
(vrouw des huizes)
🔗 Iedereen in het koninkrijk, van de rijkste baron en de fatterigst geklede hoveling tot de armste horige en zijn in lompen gehulde huisvrouw, dacht na en sprak met anderen over de beoogde opvolger, de oudste zoon, Peter, van koning Roland.
lying‐in woman
🔗 Er werd maar weinig aandacht aan de reizigers geschonken, naast zo nu en dan een opkijkende winkelier of marktvrouw.
(excuustruus)
statutory woman
kvotovirino
🔗 Niemand wil een quotumvrouw zijn.
schutsvrouw
(beschermvrouwe; patrones)
patroness
(accoucheuse; verloskundige)
midwife
🔗 De vroedvrouw zuchtte en richtte zich langzaam op, een beweging die de omstanders antwoord gaf op hun onuitgesproken vragen.
vrouwenarts
(gynaecoloog)
vrouwenbeweging
(feminisme)
feminism
vrouwengek
philanderer
vrouwenhater
(misogyn)
misogynist
(dameskleding; vrouwenkleren)
ladies wear
(dameskleding; vrouwenkleding)
ladies wear
🔗 Als jij geen mannenwerk wilt doen, doe dan maar vrouwenwerk en draag vrouwenkleren.
(klooster; nonnenklooster)
convent
🔗 De bouwvallen die je daar ziet, Nell, zijn die van een voormalig vrouwenklooster.
vrouwenrok
(rok)
(sanseveria; vrouwentongen; sansevieria)
snake plant
;
mother‐in‐law’s tongue
;
viper’s bowstring hemp
gynaeceum
🔗 Met opgewekte pas begaf hij zich naar de vrouwenvertrekken van zijn paleiis en trad neuriënd binnen.
(vrouw; vrouwspersoon; wijf);
female
🔗 Ik zal je wel komen helpen met die malle vrouwmensen.
(vrouw; vrouwmens; wijf);
female
🔗 Op welke wijze slaagde Calanctus erin dit akelige en angstaanjagende vrouwspersoon te overwinnen?
(wijfje)
🔗 De beer was een vrouwtje van ongeveer 1,6 meter lang en woog zo’n 78 kilo.
(vrouw; wijfje)
🔗 Op anderhalve mijl afstand van de kreek vertoonde zich een vrouwtje met haar jong en de sloepen hesen de zeilen om haar te naderen zonder haar aandacht te trekken.
laundress
laundress
🔗 Ze was de dochter van een wasvrouw en haar vader was dood.

NederlandsEngels
vrouw female; lady; missus; Mrs.; quean; queen; spouse; wife; woman
als man en vrouw leven cohabit
man en vrouw husband and wife
tot vrouw nemen take to wife
vrouw des huizes mistress; goodwife; lady of the house; mistress of the house
bakkersvrouw baker’s wife
bewindsvrouw minister; female minister
bijvrouw concubine
boerenvrouw country‐woman
burchtvrouw chatelaine
burgemeestersvrouw mayoresse
buurvrouw neighbour; neighbour’s wife; female neighbour
edelvrouw noblewoman
ex‐vrouw ex‐wife
gastvrouw chatelaine; hostess
huisvrouw goodwife; goody; homemaker; housewife; wife
klaagvrouw hired mourner; mute; weeper
koopvrouw tradeswoman
kraamvrouw mother of a newly‐born child
leidsvrouw leader; female leader; guide; female guide
marktvrouw market‐woman
quotumvrouw statutory woman
schoppenvrouw queen of spades
schutsvrouw protectress; patroness
vakvrouw professional; female professional; expert; female expert; specialist; female specialist; craftswoman
vissersvrouw fisherman’s wife
visvrouw fishwife; fishwoman; fish‐woman
vroedvrouw midwife; accoucheuse
vrouwachtig womanish; effeminate
vrouwenaard woman’s nature; female character
vrouwenafdeling women’s ward
vrouwenarbeid women’s labour
vrouwenarts gynaecologist
vrouwenbeul wife beater
vrouwenbeweging woman’s rights movement
vrouwenblad woman’s magazine
vrouwenbond women’s league
vrouwenemancipatie emancipation of women; women’s liberation; women’s lib
vrouwengek ladies’ man; philanderer
vrouwenhaar maidenhair; maidenhair fern; woman’s hair
vrouwenhandel women trafficking
vrouwenhater misogynist; woman‐hater
vrouwenhuis women’s centre
vrouwenjager womanizer
vrouwenkiesrecht woman suffrage
vrouwenkleding woman’s dress; women’s dress
vrouwenklooster convent; nunnery
vrouwenkoor choir of female voices
vrouwenkwaal female complaint; woman’s complaint; women’s disease
vrouwenrechten women’s rights
vrouwenrok skirt; woman’s skirt
vrouwenschoentje lady’s‐slipper
vrouwenstem woman’s voice
vrouwentijdschrift women’s magazine
vrouwentong mother‐in‐law’s tongue; snake plant; viper’s bowstring hemp
vrouwenvereniging women’s association
vrouwenwerk women’s work
vrouwenzadel lady’s saddle; pillion; side‐saddle
vrouwenziekte women’s disease
vrouwlief my dear; my dear wife
vrouwmens woman; female
vrouwspersoon female; woman
vrouwtje she; little woman; wifey; female
vrouwvolk womenfolk; women
vrouwvriendelijk non‐sexist; pro‐women
wasvrouw laundress; washerwoman