Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord subject of study

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
study	bestuderen ; instuderen	studi
🔗 Study the following examples.
study	bestudering ; studie	pristudo
study	studie	studado
🔗 The acquisition of any language requires conscientious and purposeful study, and if you are prepared to approach the study of Gaelic in this spirit, this course of thirty‐five lessons will enable you to read Gaelic, understand Gaelic and—most important of all—to engage in Gaelic conversation.
study	studeren	studi
study	studie	studo
🔗 The authors also note that the study of animal medication will have direct relevance for human food production.
study (examine; explore; investigate; research; prospect; survey; check out)	exploreren ; vorsen	esplori
study (étude; sketch)	etude	etudo
study (cabinet; office)	studeervertrek	kabineto
🔗 Go to my private study.
study	studeerkamer ; studeervertrek	studoĉambro
study	studie	studo
subject	onderwerp ; subject	subjekto
🔗 The nominative case, then, is used when the noun is the subject of the sentence.
subject (theme; topic)	apropos ; onderwerp ; thema	temo
subject (submit; expose)	blootstellen	submeti
subject (subordinate; underling; minnow)	mindere ; ondergeschikte ; onderhorige	subulo
subject (article; object; thing)	onderwerp	objekto
subject	onderdaan	regato
🔗 After all, we aren’t citizens in this country; we’re subjects.
subject	onderwerpen	submeti
🔗 A large part of the frustration also stemmed from three years of Xí’s strict zero‐covid policies, which battered the economy and subjected millions of Chinese to constant tests, quarantines and citywide lockdowns.

Engels	Nederlands
subject of study	⇆ studievak
study	⇆ beoefenen; ⇆ beoefening; ⇆ bestuderen; ⇆ bestudering; ⇆ etude; ⇆ in studie nemen; ⇆ instuderen; ⇆ rekening houden met; ⇆ streven; ⇆ studeerkamer; ⇆ studeervertrek; ⇆ studeren; ⇆ studie; ⇆ studio
subject	⇆ aanleiding; ⇆ apropos; ⇆ blootstellen; ⇆ chapiter; ⇆ gegeven; ⇆ kadaver; ⇆ leervak; ⇆ lijk; ⇆ motief; ⇆ onderdaan; ⇆ onderwerp; ⇆ onderwerpen; ⇆ onderworpen; ⇆ proefdier; ⇆ proefpersoon; ⇆ schoolvak; ⇆ staatsburger; ⇆ studierichting; ⇆ studievak; ⇆ subject; ⇆ thema; ⇆ vak