Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord trekkracht
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Bereken de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend. | ||
(sterkte) | ; vigour | |
(macht; vermogen) | ||
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen! | ||
🔗 Ik heb je zo vernederd dat je niet eens meer de kracht hebt om er een einde aan te maken. | ||
(sterkte) | ; | |
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter. | ||
(aanhalen; aantrekken) | ; | altiri |
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok. | ||
(aanlokken; aantrekken) | ; | |
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen) | ||
(tappen; uittrekken) | ; ; | |
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde. | ||
(slepen) | haul ; tow | |
infuziĝi | ||
(buigen; kromtrekken) | ; ; | |
streki | ||
(halen) | ; haul ; ; tug ; ; tow ; | |
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven. | ||
trati | ||
(aftrekken; laten trekken; zetten) | ; | |
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok. | ||
suĉi | ||
🔗 Hij trok aan zijn sigaar. | ||
(migreren) | ||
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
trekkracht | ⇆ drawing‐power; ⇆ pull; ⇆ traction; ⇆ tractive power |
kracht | ⇆ efficaciousness; ⇆ efficacy; ⇆ energy; ⇆ expressiveness; ⇆ force; ⇆ fortitude; ⇆ goodness; ⇆ intensity; ⇆ might; ⇆ muscle; ⇆ pith; ⇆ potency; ⇆ power; ⇆ puissance; ⇆ strength; ⇆ vigour; ⇆ zing; ⇆ spirit; ⇆ steel; ⇆ stress; ⇆ thews; ⇆ employee; ⇆ worker; ⇆ vim; ⇆ wallop |
trekken | ⇆ attract; ⇆ backpack; ⇆ bob; ⇆ brace; ⇆ derive; ⇆ draught; ⇆ draw; ⇆ drawing; ⇆ educe; ⇆ extract; ⇆ flit; ⇆ force; ⇆ haul; ⇆ hike; ⇆ lug; ⇆ make; ⇆ migrate; ⇆ move; ⇆ permeate; ⇆ pluck; ⇆ pull; ⇆ receipt; ⇆ trek; ⇆ tug; ⇆ tweak; ⇆ twitch; ⇆ rule; ⇆ strain; ⇆ traction; ⇆ go; ⇆ march; ⇆ warp; ⇆ become warped; ⇆ puff; ⇆ wank off; ⇆ jerk off; ⇆ take out; ⇆ tow; ⇆ twist |