Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord kleingeestig

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(benepen; enghartig)
narrow minded
malgrandanima
🔗 De pastoor knikte bevestigend, maar met een onbehaaglijk gevoel, want hij had zojuist hetzelfde gedacht, en toen had de verdenking hem niet zo kleingeestig geleken.
soul
;
🔗 Hij zag er toch niet uit als een boze geest?
(intellect; verstand)
intellect
;
(verstand)
🔗 Haar geest bleef volkomen leeg.
; ;
genie
(fantoom; schim; spook);
🔗 Zijn er veel geesten in Amsterdam?
🔗 Ik zal in dezelfde geest antwoorden.
🔗 Ik zweefde als een geest door de verlaten stad.
🔗 De wind ruiste zachtjes door de boomtoppen en Tom meende in dat geluid de geesten der afgestorvenen te horen, die zich beklaagden dat zij in hun rust gestoord werden.
psyche
🔗 De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
(luttel; min; gering);
🔗 De kleine man vloekte.
minor
minora
🔗 Ga jij vliegen met kleine kinderen?
🔗 Een kleine groep Nepalezen vecht aan Oekraïense zijde.
🔗 De kleine waarde van de gravitatieconstante verklaart waarom er tussen voorwerpen in het dagelijks leven geen aantrekkingskracht wordt waargenomen.
pettiness
;
small‐mindedness

NederlandsEngels
kleingeestig narrow‐minded; pettifogging; sectarian; small; small‐minded
geest animus; esprit; ethos; genie; genius; ghost; mind; phantom; spirit; spectre; spook; tenor; wit; wraith; sprite; shadow; strain; intellect; apparition; visitant
klein small‐time; baby; bare; cheap; cramped; diminutive; exiguous; little; minor; minute; narrow; nominal; petty; puny; small; tiny; wee; weeny; scrubby; short; tiddly; slight; vest‐pocket
kleingeestigheid provincialism