Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord juist

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(goed; zuiver);
(exact; krek; precies; scherp; stipt; accuraat);
🔗 En toch had hij juist gedaan wat zijn vrouw had gezegd.
(gegrond; terecht); ;
🔗 Is dat juist?
(precies; accuraat; scherp; secuur; stipt);
exact
(snedig)
(daarnet; net; pas)
🔗 De man die juist was binnengekomen, was inderdaad groot.
(goed);
exact
; ;
(correct; exact; krek; precies)
exactly
; ; ;
correctly
;
precisely
; ;
(correctheid)
correctness
exactitude
;
exactness
🔗 Ik zag de juistheid van deze opmerking in.

NederlandsEngels
juist apt; aptly; aright; correct; correctly; even; exact; exactly; just; pointed; precise; precisely; proper; properly; quite; quite so; right; rightly; true
dat is het hem juist that is just the point; that’s the thing
dat is het punt juist that’s the thing
het juiste midden the happy mean; the golden mean
juist daarom for that very reason
juist wat ik hebben moet the very thing I want
waarom juist hier? why here of all places?
waarom juist hij? why he of all people?
zeer juist very well
zeer juist! hear, hear!
juistheid correctness; exactitude; exactness; justness; preciseness; precision; propriety; truth