Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord exact

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
exact
(requisition; seize)
rekvizicii
exact
(correct; proper; right)
exact
(demand; postulate; require; charge; claim; dictate; mandate; assert)
; ;
exact
(accurate; precise; faithful; strict)
; ; ;
exact
(accurate)
exact
ĝustsuma
exacting
(challenging; formidable; hard; heavy; tough; arduous)
; ; ; ;
exacting
(importunate; insistent; unreasonable; assertive)
postulema
exaction
(extortion; enforcement; shake‐down)
exaction
(extortion)
exactitude
(precision; promptness; punctuality)
;
exactitude
(accuracy; precision)
;
exactitude
(exactness; precision; accuracy)
exactitude
(accuracy; exactness; rightness)
exactly
(sharp; promptly; punctually; regularly; precisely)
(sharp; accurately; faithfully; narrowly; precisely); ; ;
🔗 Exactly how this was possible remained unclear.
exactly
(just; okay; right; accurately; correctly; precisely; aright; properly)
; ;
exactly
exactness
(precision; accuracy; exactitude)
exactness
(accuracy; exactitude; rightness)

EngelsNederlands
exact accuraat; afgepast; afpersen; eisen; exact; juist; nauwkeurig; nauwlettend; precies; stipt; vergen; vorderen
exact one’s pound of flesh het volle pond eisen
exact science exacte wetenschap
to be exact om precies te zijn
exacting lastig; veeleisend
exaction afpersing; buitensporige eis; vordering
exactitude accuratesse; juistheid; nauwkeurigheid; stiptheid
exactly juist; krek; nauwkeurig; op de kop af; precies; stipt
exactness juistheid; nauwkeurigheid; nauwlettendheid; stiptheid
exactor afperser
inexact onjuist; onnauwkeurig