Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord hulp

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 En hulp kunnen we heus wel gebruiken!
(assistentie); ;
support
;
🔗 Geef hem alle hulp waar hij om vraagt en oordeel zelf maar hoever je jullie onderlinge verhouding wilt laten gaan.
(helper; assistent)
(helper);
(assistentie; bijstand); ;
🔗 Ik heb je hulp nodig.
🔗 De hulp van de opdrachtgever kreeg 16 jaar cel.
hulp‐
;
(EHBO)
first aid
🔗 Het slachtoffer kreeg nog eerste hulp, maar die mocht niet meer baten.
call in somebody
voki al iu por helpo
🔗 Ik heb de diensten nodig van een detective en wens, om redenen die ik u later zal mededelen, de politie niet te hulp te roepen.
(hulpvaardig)
helpful
🔗 Bob Mayo was inderdaad erg vriendelijk en behulpzaam voor me.
(assistentie)
(hulpverlening)
helping
;
helpless
(machteloos)
🔗 Nog nooit had hij zich zo hulpeloos gevoeld.
🔗 Vaak kun je ook zelf een geschikt hulpmiddel maken.
(apparaat; inrichting; toestel); ; ; ;
gear
curate
🔗 Stephen was hulpprediker bij mijn vader.
(kapelaan)
curate
(deputy)
deputy
vicŝerifo
(lemma)
lemma
(behulpzaam)
helpful
(hulpbetoon)
helping
;
🔗 Hulpverlening aan lieden die door een ramp getroffen zijn, is altijd heel edel.
development aid
🔗 De bussen zijn vaak betaald met Japanse ontwikkelingshulp.
food aid

NederlandsEngels
hulp aid; assistance; auxiliary; avail; help; helpmate; helpmeet; relief; stand‐by; succour; support
hulp‐ ancillary; assistant; auxiliary; stand‐by; succursal
eerste hulp casualty‐ward; first‐aid
eerste hulp bij ongelukken first aid
iemand te hulp komen come to somebody’s aid; go to somebody’s aid
iemand te hulp roepen call in somebody
te hulp komen come to the rescue; succour
te hulp snellen hasten to the rescue; run to the rescue
vreemde hulp hired assistance
behulpzaam accommodating; helpful; ministering; obliging; ready to help
eerstehulppost first‐aid station
hulpactie relief action; relief measures
hulpbehoevend destitute; needy; helpless; infirm
hulpbetoon assistance
hulpbisschop auxiliary bishop
hulpbron resource
hulpeloos helpless; helplessly; high and dry; resourceless
hulpgeroep cry for help
hulpkracht auxiliary; additional worker; temporary worker; help; helper; assistant
hulpkreet cry for help
hulplijn artificial line; ledger‐line; auxiliary line
hulpmiddel adjuvant; aid; appliance; auxiliary; expedient; remedy; resort; resource; makeshift
hulpmotor auxiliary motor; auxiliary engine
hulppost aid post
hulppostkantoor sub‐office
hulpprediker curate
hulpprogramma aid programme; tool
hulpsheriff deputy
hulpvaardig helpful; willing to help
hulpverlener social worker; relief worker
hulpverlening relief work; assistance
hulpwerkwoord auxiliary; auxiliary verb
ontwikkelingshulp development aid; foreign aid
slachtofferhulp victim support
staatshulp government help; state‐aid; state grant
verpleeghulp nursing care; nurse’s aid
voedselhulp food aid