Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord aid

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(assist; help; support; attend to);
🔗 Later, I thought, they might aid me.
(assist; help; benefit; attend to; advance; avail);
🔗 They will not aid us.
(help; benefit; assistance);
(help; support; assistance)
(female aid)
(assistant)
(assistant; helper; adjunct; aide);
(assistant; helper; auxiliary);
aid and abet
asisti kiel kunkulpulo
development aid
first aid
;
first aid
food aid
hearing aid
with the aid of

EngelsNederlands
aid bevorderen; bijdragen tot; bijstaan; bijstand; ezelsbruggetje; financiële hulp; financiële noodhulp; helpen; helper; helpster; hulp; hulpmiddel; onderstand; steun; subsidie
aid and abet de hand reiken; handlangersdiensten bewijzen; hand‐ en spandiensten verrichten voor
aid man hospitaalsoldaat
aid post hulppost
aid programme hulpprogramma
aid worker ontwikkelingswerker
come to somebody’s aid iemand te hulp komen
development aid ontwikkelingshulp; ontwikkelingswerk
ear aid hoorapparaat; hoortoestel
first aid eerste hulp bij ongelukken
food aid voedselhulp
go to somebody’s aid iemand te hulp komen
hearing aid hoorapparaat; hoortoestel
in aid of ten bate van; ten behoeve van
legal aid gratis rechtsbijstand
nurse’s aid verpleeghulp
visual aid visueel hulpmiddel
with the aid of met behulp van
first‐aid EHBO; eerste hulp
grant‐in‐aid subsidie; toelage
state‐aid rijkssubsidie; staatshulp