Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord hebzucht
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(gierigheid; inhaligheid) | ||
; | ||
🔗 Braz hebbe zijn ziel! | ||
🔗 Hij had bezwaren. | ||
🔗 We hadden gasten. | ||
🔗 Elk boek heeft meer dan 1000 pagina’s. | ||
🔗 Ze had een ring aan haar middelvinger, met een diep ingegrifte edelsteen. | ||
; ; ; ; be obliged to ; ; ; | ||
🔗 Hij had een gewichtig besluit te nemen. | ||
; | ||
🔗 Heb geen angst. | ||
(gierig; inhalig; schraperig; hebberig) | avaricious | |
🔗 Hij is ijdel en hebzuchtig. | ||
longing | ||
(begeerte; lust; verlangen; wens) | ||
tendency ; inclination ; ; bias | ||
(verlangen) | longing ; hankering ; ; | |
🔗 Met een zucht hief hij de gitaar op en sloeg moedig een valse toon aan. |
Nederlands | Engels |
---|---|
hebzucht | ⇆ avarice; ⇆ avariciousness; ⇆ covetousness; ⇆ cupidity; ⇆ greed; ⇆ greediness |
hebben | ⇆ bear; ⇆ command; ⇆ get; ⇆ have; ⇆ have got; ⇆ own; ⇆ possess |
hebzuchtig | ⇆ acquisitive; ⇆ avaricious; ⇆ covetous; ⇆ covetously; ⇆ greedily; ⇆ greedy |
zucht | ⇆ desire; ⇆ lust; ⇆ sough; ⇆ waft |