Informatie over het woord havi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekinghav·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdhavas
Verleden tijdhavis
Toekomende tijdhavos
 
Voorwaardelijke wijs
havus
 
Gebiedende wijs
havu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdhavanta
Verleden tijdhavinta
Toekomende tijdhavonta

Voorbeelden van gebruik

Se mi nur havus la plumon de Balzac!
Hodiaŭ mi finfine havis la lastan vorton kontraŭ mia edzino!

Vertalingen

Afrikaans
Engelshave; have got
Nederduitshebben
Nederlandshebben
Schotshae
Spaanstener
Westerlauwers Frieshawwe