Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord bijvoegen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bijdoen; toevoegen) | ; | |
(toevoegen) | ||
(betamen; passen) | befit | |
(betamen; conveniëren; gelegen komen; passen; schikken; uitkomen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
bijvoegen | ⇆ add; ⇆ adjoin; ⇆ annex; ⇆ append; ⇆ join; ⇆ subjoin; ⇆ superinduce |
voegen | ⇆ accommodate; ⇆ become; ⇆ befit; ⇆ beseem; ⇆ joint; ⇆ merge; ⇆ point; ⇆ suit; ⇆ add; ⇆ flush |