Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord shaking
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(jerk; jolt) | ekskui | |
(shock; agitate; rock) | ; | |
🔗 She shook her head. | ||
(lurch) | skuiĝi | |
🔗 Brad Smith lives 50 miles away and he felt his house shake from the explosion. | ||
(rock; unsettle) | doen schudden ; | |
shaking‐grass (common quaking‐grass; quaking‐grass; cow‐quake; didder; dithering‐grass; dodder‐grass; doddering dillies; doddle‐grass; earthquakes; jiggle‐joggles; jockey‐grass; lady’s‐hair; maidenhair‐grass; pearl grass; quakers; quakers‐and‐shakers; tottergrass; wag‐wantons) |
Engels | Nederlands |
---|---|
shaking | ⇆ geschok; ⇆ schudding |
give somebody a good shaking | ⇆ iemand door elkaar rammelen; ⇆ iemand door elkaar schudden; ⇆ iemand eens goed door elkaar schudden |
shake | ⇆ aan het wankelen brengen; ⇆ afschudden; ⇆ beven; ⇆ beving; ⇆ daveren; ⇆ doen beven; ⇆ doen schudden; ⇆ doen trillen; ⇆ doen wankelen; ⇆ doorschudden; ⇆ dreunen; ⇆ handdruk; ⇆ heen en weer schudden; ⇆ hotsen; ⇆ iemand de vijf geven; ⇆ indruk maken op; ⇆ knakken; ⇆ milkshake; ⇆ opschudden; ⇆ schok; ⇆ schokken; ⇆ schudden; ⇆ sidderen; ⇆ trillen; ⇆ triller; ⇆ trilling; ⇆ uitschudden; ⇆ uitslaan; ⇆ van streek maken; ⇆ wankelen |
shaking‐grass | ⇆ bevertjes |