Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord language group

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(bunch)
🔗 But the group isn’t done fighting yet.
(bevy; collection; heap; herd; set; pack; cluster; suite; shoal; flight; drove; flock; array; pod); ; ; ; ; ;
set
; ; ; ; ; ;
🔗 The former group do not exclude a relationship with Thracian.
(band; bevy; gang; bunch; pack);
(form a group)
(tongue)
🔗 How many languages do you speak?
(idiom; speech; tongue);
taaleigen
(linguistic)
taal‐
;
taalkundig

EngelsNederlands
language group taalgroep
group formatie; fractie; groep; groeperen; indelen; poule; zich groeperen
language spraak; taal