Informatie over het woord bende (Nederlands → Esperanto: bando)

Synoniem: troep

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbɛndə/
Afbrekingben·de
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudbenden, bendes

Voorbeelden van gebruik

Is de bende nu hier?
Het is een bende schurken en hun kapitein, de eigenaar van het schip is de ergste van het stel.
Door een schietpartij tussen gewapende bendes zijn in Mexico 28 doden en vier gewonden gevallen.
De bende scheen niet eens te merken dat er op haar geschoten werd.

Vertalingen

Catalaansbanda; colla
Deensbande
DuitsBande; Horde; Rotte; Troß; Trupp; Schar; Band
Engelsband; bevy; gang; pack
Esperantobando
Faeröersfjøld; harkalið
Fransbande
Hongaarsbanda
Italiaansbanda
Portugeesbando; cáfila; facção; malta; quadrilha; súcia
Russischбанда; шайка
SaterfriesBande; Horde; Skoar; Truppe; Tucht
Spaansbanda; bandada; cuadrilla; manada
Zweedsband