Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord impose

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
impose
(force; coerce; thrust; assert)
🔗 The British government will delay imposing full post‐Brexit import controls on goods from the European Union by a further three months, it said on Tuesday, pushing the start date back to January 2024.
(impressive; striking; awe‐inspiring; awful; portentous); ;
🔗 He would seem an imposing man.
superimpose
plaatsen bovenop
meti supre sur

EngelsNederlands
impose opleggen; opmaken
impose a tax on belasten
impose on bedriegen; imponeren; misbruik maken van; misleiden; opleggen
impose upon bedriegen; imponeren; misbruik maken van; misleiden
imposable oplegbaar
imposing bedrieglijk; imponerend; imposant; indrukwekkend; representatief
imposition belasting; misleiding; oplegging; straftaak; strafwerk
superimpose bovendien opleggen; er bovenop plaatsen