Informatie over het woord assert (Engels → Esperanto: trudi)

Synoniemen: force, coerce, thrust, impose

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) assert(I) asserted
(thou) assertest(thou) assertedst
(he) asserts, asserteth(he) asserted
(we) assert(we) asserted
(you) assert(you) asserted
(they) assert(they) asserted
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) assert (I) asserted
(thou) assert(thou) asserted
(he) assert(he) asserted
(we) assert(we) asserted
(you) assert(you) asserted
(they) assert(they) asserted
Gebiedende wijs
assert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
assertingasserted

Vertalingen

Catalaansimposar
Duitsaufdrängen; aufnötigen; dringen; aufdringen
Esperantotrudi
Faeröersnoyða
Finstyrkyttää
Franscontraindre; imposer; obliger
Nederlandsopdringen
Portugeesditar; forçar; impor; obrigar
Roemeensforța; impune
Saterfriesaptringe; tringe
Spaansconstreñir; imponer; obligar