Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord flight home
| Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 There have been no direct flights to Georgia since the Russian invasion in 2008. | ||
| (run) | ; | |
| (bevy; collection; group; heap; herd; set; pack; cluster; suite; shoal; drove; flock; array; pod) | ; ; | |
| ; ; | ||
🔗 Anyway, that’s why we’re going home. | ||
tehuis ; | ||
🔗 But since leaving home he had seen too many stories walking in the flesh ever to be so sure again. | ||
| (domestic) | ||
| Engels | Nederlands |
|---|---|
| flight home | ⇆ thuisvlucht |
| flight | ⇆ eskader; ⇆ loop; ⇆ ontvluchting; ⇆ reeks; ⇆ troep; ⇆ vaart; ⇆ vlucht; ⇆ zwerm |
| home | ⇆ asiel; ⇆ binnenlands; ⇆ gezin; ⇆ honk; ⇆ huis; ⇆ huiselijk; ⇆ huisgezin; ⇆ huishouden; ⇆ huislijk; ⇆ huistoe; ⇆ huisvesten; ⇆ huiswaarts; ⇆ huis‐; ⇆ inheems; ⇆ inlands; ⇆ inrichting; ⇆ land; ⇆ naar de finish; ⇆ naar het doel; ⇆ naar huis; ⇆ naar huis vliegen; ⇆ raak; ⇆ tehuis; ⇆ thuis; ⇆ thuis‐; ⇆ vaderland; ⇆ vast; ⇆ verblijf; ⇆ woonstede; ⇆ zenuwinrichting |