Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord distemper
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
distemper (tempera) | tempera | |
(harden; season; steel; toughen) | ; | |
(humour; mood) | ; | |
temperi |
Engels | Nederlands |
---|---|
distemper | ⇆ hondeziekte; ⇆ humeurigheid; ⇆ in de war brengen; ⇆ kalken; ⇆ kalkverf; ⇆ kwaal; ⇆ met kalkverf schilderen; ⇆ muurverf; ⇆ ongesteldheid; ⇆ saus; ⇆ sausen; ⇆ sauzen; ⇆ tempera; ⇆ uit zijn humeur brengen; ⇆ ziek maken; ⇆ ziekte |
canine distemper | ⇆ hondeziekte |
temper | ⇆ aanmaken; ⇆ boze bui; ⇆ doen bedaren; ⇆ geaardheid; ⇆ gemoedsgesteldheid; ⇆ gemoedsrust; ⇆ gemoedstoestand; ⇆ harden; ⇆ hardingsgraad; ⇆ humeur; ⇆ kalmte; ⇆ laten beslaan; ⇆ luim; ⇆ matigen; ⇆ mengen; ⇆ natuur; ⇆ slecht humeur; ⇆ stemming; ⇆ temperament; ⇆ temperen; ⇆ vastheid; ⇆ vermenging; ⇆ verzachten |