Informatie over het woord tempereren (Nederlands → Esperanto: temperi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) tempereer(ik) tempereerde
(jij) tempereert(jij) tempereerde
(hij) tempereert(hij) tempereerde
(wij) tempereren(wij) tempereerden
(jullie) tempereren(jullie) tempereerden
(gij) tempereert(gij) tempereerdet
(zij) tempereren(zij) tempereerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) temperere(dat ik) tempereerde
(dat jij) temperere(dat jij) tempereerde
(dat hij) temperere(dat hij) tempereerde
(dat wij) tempereren(dat wij) tempereerden
(dat jullie) tempereren(dat jullie) tempereerden
(dat gij) tempereret(dat gij) tempereerdet
(dat zij) tempereren(dat zij) tempereerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
tempereertempereert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tempererend, tempererende(hebben) getempereerd

Vertalingen

Engelstemper
Esperantotemperi
Portugeestemperar
Spaansatemperar; pintar al temple; temperar