Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord boot

Nederlands/Engels
Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
hoge schoen
;
get the boot
(quit; resign; back out; step down; get the bag; get the bounce; get the mitten; get the push; get the sack)
give the boot
(discharge; dismiss; fire; sack; oust; remove; expel; jilt; bounce; chuck; ditch; give the push; send packing; give the sack; give the mitten)
mountaineering boot

EngelsNederlands
boot⇆ bagageruimte; ⇆ baten; ⇆ hoge schoen; ⇆ kofferbak; ⇆ kofferruimte; ⇆ laars; ⇆ laarzen aantrekken; ⇆ schoen; ⇆ schoppen; ⇆ trappen; ⇆ voordeel
boot out⇆ eruit trappen
boots down at heel⇆ afgetrapte schoenen
football boot⇆ voetbalschoen
get the boot⇆ de bons krijgen; ⇆ eruit getrapt worden; ⇆ zijn congé krijgen
get too big for one’s boots⇆ buiten de schoenen gaan lopen; ⇆ buiten de schoenen gaan lopen van verwaandheid
give somebody the boot⇆ iemand de bons geven; ⇆ iemand eruit trappen
give the boot⇆ de bons geven
grow too big for one’s boots⇆ buiten de schoenen gaan lopen; ⇆ buiten de schoenen gaan lopen van verwaandheid
he had his heart in his boots⇆ de moed zonk hem in de schoenen
Hessian boot⇆ hoge laars
hobnail boot⇆ spijkerschoen
it little boots⇆ het helpt weinig
lick somebody’s boots⇆ voor iemand kruipen
little boots⇆ het helpt weinig
mountaineering boot⇆ bergschoen
Puss in Boots⇆ de Gelaarsde Kat
riding boot⇆ rijlaars
rubber boot⇆ rubberlaars
seven‐league boots⇆ zevenmijlslaarzen
skating boot⇆ schaatsschoen
ski boot⇆ skischoen
the boot is on the other foot⇆ de situatie is net andersom
the boots⇆ de hotelknecht; ⇆ de schoenpoetser
to boot⇆ bovendien; ⇆ daarbij; ⇆ op de koop toe
booted⇆ gelaarsd
bootlicker⇆ pluimstrijker; ⇆ slijmbal; ⇆ slijmerd; ⇆ slijmjurk; ⇆ uitslover
bootstrap⇆ laarzestrop
buttonboot⇆ knooplaars
gumboot⇆ rubberen overschoen; ⇆ rubberlaars
knee‐boot⇆ kaplaars
lace‐boot⇆ rijglaars; ⇆ rijgschoen
thigh‐boot⇆ lieslaars
top‐boot⇆ kaplaars