Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord bell‐button

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
bell‐button
(bell‐push)
;
(jingle bell);
(cloche; dish‐cover)
button
(push‐button);
button
(knob; stud)

EngelsNederlands
bell‐button belknop
bell bel; bengel; een bel aanbinden; een bel omdoen; glas; klok; klokje; luchtbel; paviljoen; rinkelbel; schel; schreeuwen
button button; dichtgaan; dop; knoop; knop; knopen; knopen aanzetten; met een knoop vastmaken; speldje; toeknopen; vastknopen