Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes denken

Niederländisch → Deutsch
  
NiederländischDeutsch (indirekt übersetzt)Esperanto
🔗 Ik word oud, dacht hij.
Denken
🔗 Als Quale er kans toe gezien had, zou hij hun het denken ook nog belet hebben.
🔗 Denk je aan hem?
(nadenken; nadenken over; overdenken; prakkezeren; prakkizeren)
bedenken
;
sich überlegen
; ;
(uitdenken; uitkienen; verzinnen; uitdokteren)
ausdenken
;
erdenken
;
erfinden
(zich voorstellen)
erdichten
;
sich einbilden
; ;
im Geist vor sich sehen
; ;
erfinden
;
ersinnen
;
verfallen auf
🔗 Hij bedacht menig gruwelijk scenario, maar wist niet wat hij het beste kon doen als een van die scenario’s werkelijkheid werd.
assistieren
;
beistehen
; ;
unterstützen
;
mithelfen
;
zur Hand gehen
🔗 De inkomsten van het klooster, die hij grotendeels tot zijn beschikking had, gebruikte hij niet alleen voor het bestrijden van zijn eigen aanzienlijke uitgaven, hij bedacht er ook de arme boeren mee en verlichtte veelal de nood van de onderdrukten.
Denker
(gedachte)
(zich herinneren);
gedenken
; ;
sich besinnen
;
sich entsinnen
;
🔗 Negen jaar na de verwoestende tsoenami herdenken de overlevenden en nabestaanden donderdag in Indonesië de slachtoffers.
(bedenken; overdenken; prakkezeren; prakkizeren)
bedenken
;
sich überlegen
; ;
🔗 Ze keek Shimrod nadenkend aan.
(bedenken; nadenken; nadenken over)
bedenken
;
sich überlegen
; ;
🔗 U kunt nu gaan en overdenken wat ik u gezegd heb.
(herdenken; terugdenken aan; zich herinneren)
sich besinnen
;
sich entsinnen
;
(bedenken; uitkienen; verzinnen; uitdokteren)
ausdenken
;
erdenken
;
erfinden
🔗 Ik heb daarvoor een manier uitgedacht.
argwöhnen
;
🔗 Verdacht u haar dan?