English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word wedding‐party

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
wedding‐party (wedding)	bruiloft ; bruiloftsfeest ; trouwpartij	geedziĝa festo
wedding‐party (wedding; wedding‐feast)	huwelijksfeest	edziĝfesto
party (adherents; disciples; following; supporters; circle; number)	aanhang	anaro
party (evening)	avondje	distra vespero
party (celebration; festival; feast; festivity; fiesta; fête)	feest ; fuif ; partij	festo
🔗 I can’t even imagine the party they’re going to have tomorrow with this news,
party	partij	partio
🔗 That’s an ambitious goal in a country where parties affiliated with Thaksin, who built his political success on populist policies that appealed to Thailand’s rural heartland, have won every election since 2001.
party (adherents; disciples; followers; following; retinue)	aanhang	sekvantaro
party (participant; sharer)	deelnemer	partprenanto
party (camp; faction; side)	partij	partio
party	partij	partio
wedding	bruiloftsplechtigheid	geedziĝa ceremonio
wedding (wedding‐party)	bruiloft	geedziĝa festo
wedding (wedding‐feast; wedding‐party)	huwelijksfeest	edziĝfesto
wedding	trouwplechtigheid	geedziĝa soleno
wedding (marriage)	huwelijk ; trouwerij	geedziĝo
wedding (marriage)	huwelijk	edziĝo
wedding (wedding ceremony; nuptials)	bruiloft	nupto

English	Dutch
wedding‐party	⇆ bruiloft; ⇆ bruiloftsfeest; ⇆ huwelijksfeest; ⇆ trouwpartij
party	⇆ aanhang; ⇆ afdeling; ⇆ bent; ⇆ comparant; ⇆ de bloemetjes buiten zetten; ⇆ deelnemer; ⇆ detachement; ⇆ feest; ⇆ feest vieren; ⇆ feestje; ⇆ fuif; ⇆ gezelschap; ⇆ groep; ⇆ partij; ⇆ partijtje; ⇆ ploeg; ⇆ troep
wedding	⇆ bruiloft; ⇆ huwelijk; ⇆ huwelijksfeest; ⇆ trouwerij; ⇆ trouwfeest