English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word soil

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(ground; earth);
🔗 They require bare soil to germinate.
(spot; stain; mar; besmirch); ; ;
🔗 You’ve soiled my bed!
(contaminate; dirty; pollute; besmirch); ; ; ;
malpurigi
;
🔗 The Islamic Emirate of Afghanistan once again emphasizes that it is not in favour of any attack on Pakistan and we will not allow anyone to use the soil of Afghanistan against Pakistan.

EnglishDutch
soil aarde; afvalwater; bemorsen; besmetten; besmeuren; bevlekken; bevuilen; bezoedelen; bodem; grond; land; smet; smetten; teelaarde; uitwerpselen; vlek; vlekken; vuil; vuilmaken
loamy soil leemgrond
native soil geboortegrond
on foreign soil op vreemde bodem
rocky soil rotsgrond
soil boring grondboring
soil drilling grondboring
soil one’s pants zich bevuilen
soil research bodemonderzoek
soil sample grondmonster
soil science bodemkunde
soil scientist bodemkundige
clay‐soil kleigrond
night‐soil beer; faecaliën
subsoil ondergrond
top‐soil bovengrond