English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word ship

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(dispatch; send off; consign; forward); ;
🔗 Last year, the US accused North Korea of covertly shipping artillery shells to Russia.
(vessel)
🔗 It has few working ships, a result of budget cuts by the ruling African National Congress (ANC).
ship’s journal
(ship’s log; log; logbook)
ship’s log
(log; logbook; ship’s journal)
supply ship
provizada ŝipo
(abeam)
ŝipmeze
pirate‐ship
shipbuilder
(shipwright)
scheepsbouwer
shipmaster
(captain; master)		; ; ;
(shipping)
verzending
🔗 The first shipments were sent by Andersson to Peking, and the last ones to Nánjīng, which had become the new capital of China.
shipper
(sender)		;
verzender
shipper
shipping
(shipment)
shipyard
(dockyard)
(slaver);
sklavoŝipo
;
🔗 They come down in spaceships.
starship
steamship
(steamer)		;
trans‐ship
(shift onto)
;
🔗 The agency said four Russian warships and three Russian supply ships arrived Saturday.
(whaler)

EnglishDutch
ship⇆ aan boord nemen; ⇆ afschepen; ⇆ afzenden; ⇆ bodem; ⇆ expediëren; ⇆ inladen; ⇆ innemen; ⇆ inschepen; ⇆ per schip verzenden; ⇆ schip; ⇆ transporteren; ⇆ verladen; ⇆ verschepen; ⇆ verzenden
armoured ship⇆ pantserschip
gunpowder ship⇆ kruitschip
hospital ship⇆ hospitaalschip
ocean‐going ship⇆ zeeschip
parent ship⇆ moederschip
phantom ship⇆ spookschip
refrigerator ship⇆ koelschip
ship biscuit⇆ scheepsbeschuit
ship in ordinary⇆ opgelegd schip
ship of de desert⇆ schip der woestijn
ship off⇆ per schip verzenden; ⇆ verschepen
ship of the line⇆ linieschip
ship’s articles⇆ monsterrol; ⇆ scheepsrol
ship’s biscuit⇆ scheepsbeschuit
ship’s captain⇆ scheepskapitein
ship’s carpenter⇆ scheepstimmerman
ship’s compass⇆ scheepskompas
ship’s cook⇆ scheepskok
ship’s crew⇆ scheepsbemanning; ⇆ scheepsvolk
ship’s doctor⇆ scheepsarts
ship’s journal⇆ scheepsjournaal
ship’s lantern⇆ scheepslantaarn; ⇆ scheepslantaren
ship’s length⇆ scheepslengte
ship’s log⇆ scheepsjournaal
ship’s master⇆ scheepskapitein
ship’s officer⇆ scheepsofficier
ship’s papers⇆ scheepspapieren
ship’s provisions⇆ scheepsbehoeften
ship’s radio⇆ boordradio
ship’s surgeon⇆ scheepsarts; ⇆ scheepsdokter
ship the oars⇆ de riemen inhalen
take ship⇆ aan boord gaan; ⇆ scheep gaan; ⇆ zich inschepen
take ship for⇆ zich inschepen naar
the ship of state⇆ het schip van staat
training ship⇆ opleidingsschip; ⇆ schoolschip
two‐masted ship⇆ tweemaster
when my ship comes home⇆ als het schip met geld komt
airship⇆ luchtschip; ⇆ zeppelin
amidships⇆ midscheeps
battleship⇆ slagschip
cable‐ship⇆ kabelschip
dragon‐ship⇆ drakeschip
factory‐ship⇆ drijvende traankokerij
fire‐ship⇆ brander; ⇆ vuurschip
flagship⇆ admiraalsschip; ⇆ vlaggeschip
ghost‐ship⇆ spookschip
guard‐ship⇆ wachtschip
lightship⇆ lichtschip; ⇆ vuurschip
mayorship⇆ burgemeestersambt; ⇆ burgemeesterschap
midship⇆ midscheeps
motorship⇆ motorschip
passenger‐ship⇆ passagiersboot
pirate‐ship⇆ piratenschip
priorship⇆ prioraat; ⇆ priorschap
reship⇆ opnieuw verschepen; ⇆ weer inschepen; ⇆ óverladen
sailing‐ship⇆ zeilschip
school‐ship⇆ opleidingsschip; ⇆ schoolschip
shipboy⇆ jongmaatje; ⇆ scheepsjongen
ship‐breaker⇆ scheepssloper; ⇆ sloper
ship‐broker⇆ cargadoor; ⇆ scheepsmakelaar
shipbuilder⇆ scheepsbouwmeester
shipbuilding⇆ scheepsbouw
ship‐canal⇆ scheepvaartkanaal; ⇆ trekvaart
ship‐chandler⇆ scheepsleverancier
shipfitter⇆ scheepstimmerman
shipload⇆ scheepslading; ⇆ scheepsvracht
shipmaster⇆ koopvaardijkapitein; ⇆ koopvaardijschipper
shipmate⇆ medeopvarende; ⇆ scheepskameraad; ⇆ scheepsmaat
shipment⇆ afzending; ⇆ lading; ⇆ verlading; ⇆ verscheping; ⇆ verzending; ⇆ zending
shipowner⇆ reder
shipper⇆ aflader; ⇆ afzender; ⇆ exporteur; ⇆ verscheper; ⇆ verzender
shipping⇆ expeditie; ⇆ inscheping; ⇆ scheepsruimte; ⇆ scheepvaart; ⇆ verscheping
ship’s‐chandler⇆ scheepsleverancier
ship‐shape⇆ in orde
ship‐way⇆ scheepshelling
shipwreck⇆ doen stranden; ⇆ schipbreuk; ⇆ schipbreuk doen lijden
shipyard⇆ scheepstimmerwerf; ⇆ scheepswerf
slave‐ship⇆ slavenhaler; ⇆ slavenschip
spaceship⇆ ruimteschip; ⇆ ruimtevaartuig
starship⇆ sterrenschip
steamship⇆ stoomboot; ⇆ stoomschip
store‐ship⇆ proviandschip
transport‐ship⇆ transportschip
trans‐ship⇆ overschepen; ⇆ overslaan; ⇆ óverladen
troop‐ship⇆ transportschip; ⇆ troepentransportschip
unship⇆ lossen; ⇆ ontschepen
warship⇆ oorlogsbodem; ⇆ oorlogsschip