Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stoel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(zetel);
🔗 Neem een stoel en ga zitten.
elektrische stoel
elektra seĝo
make no bones of
🔗 Hoppy stak zijn afkeer niet onder stoelen of banken.
(fauteuil; leuningstoel; leunstoel)
🔗 Er zat een man in de grote armstoel, en hij zat daar in een eigenaardige, in elkaar gezakte houding.
beach chair
prie‐dieu
🔗 Tine zuchtte diep, schoof de bureaustoel achteruit en liep vervolgens naar de deur.
🔗 Nee, laat hem in mijn draagstoel zetten.
tip‐up seat
(katheder)
🔗 In 1854 verkreeg Pasteur de leerstoel voor scheikunde aan de universiteit van Lille.
(armstoel; fauteuil; leunstoel)
(armstoel; fauteuil; leuningstoel)
🔗 De leunstoelen waren niet van deze tijd.
;
divan
🔗 Vlak bij haar, op een ligstoel, lag Victor te rusten.
(klapstoel)
tip‐up seat
(fungus; zwam); ;
toadstool
🔗 Ook de paddestoelen dragen bij aan die sfeer.
(kansel)
pulpit
🔗 Predikanten uit Zwolle mogen niet meer bij ons op de preekstoel komen.
🔗 Pelgrims in rolstoelen worden met zorg de trein in geduwd.
ejector seat
🔗 Bezorgd dacht hij aan de schietstoel en de nooduitrusting daarin.
(armstoel; fauteuil; leuningstoel; leunstoel);
stall

DutchEnglish
stoel chair; seat; stool
elektrische stoel chair; electric chair; hot seat
Heilige Stoel Holy See
het niet onder stoelen of banken steken make no secret of it; make no bones about it
niet onder stoelen of banken steken make no bones about; make no bones of; conceal; hide
armstoel elbow‐chair; armchair
badstoel bath chair
bidstoel prie‐dieu; prie‐dieu chair
bureaustoel office chair; desk‐chair
dakstoel truss
dekstoel deck‐chair
draagstoel chair; sedan; sedan chair
draaistoel revolving chair; swivel‐chair
gestoelte seat; chair
kantoorstoel office chair
kerkstoel prie‐dieu
kinderstoel high chair; baby‐chair
klapstoel bucket seat; drop seat; tip‐up seat; folding‐chair
leerstoel chair
leuningstoel armchair
leunstoel armchair; easy chair
ligstoel sun‐lounger; reclining‐chair; lounge‐chair
luierstoel easy chair
paddestoel fungus; mushroom; toadstool
predikstoel pulpit
preekstoel pulpit
rolstoel invalid chair; wheelchair
ruststoel rest‐chair
schietstoel ejector seat
schommelstoel rocker; rocking‐chair
stapelstoel stacking chair
stoelendans musical chairs
stoelenmaker chair‐maker
stoelenmatter chair‐bottomer
stoelkussen chair‐cushion
stoeltje stool; tabouret
stoeltjeslift chair‐lift
strandstoel beehive chair; beach chair; deck‐chair
stuurstoel stern‐sheets; pilot’s seat
tuinstoel garden‐chair
vouwstoel camp‐chair; folding‐chair; joint‐stool; camp‐stool