English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word operation

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
operation
(surgery)
;
operation
(action)
operation
(functionality; performance; workings; action)
werking
🔗 Kyiv once appeared to be the primary objective of what the Kremlin must have envisioned as a swift régime‐change operation.
put into operation
(put on; start; turn on; activate; switch on; actuate; start off; put into action; put into force)
cooperation
(collaboration; involvement)
(control; work; enable; implement; actuate)
(process)
operate
🔗 The Ukrainian air force has continued to operate despite Russian air superiority.
operational
(functional; operative; in action)
;
funkcianta
operational
;
operacia

EnglishDutch
operation bediening; behandeling; bewerking; exploitatie; handeling; ingreep; operatie; uitwerking; verrichting; werking; werkzaamheid
base of operations operatiebasis; uitvalsbasis
be in operation in bedrijf zijn; van kracht zijn
Caesarean operation keizersnede; keizersnee
elementary operation hoofdbewerking
emergency operation spoedoperatie
exploratory operation kijkoperatie
heart operation hartoperatie
in full operation in bedrijf
in operation aan de gang; aan de gang zijn; in bedrijf
put into operation in bedrijf stellen; in werking stellen
rescue operation reddingsactie
salvage operation bergingsoperatie
undergo an operation een operatie ondergaan
cooperation coöperatie; medewerking; samenwerking; samenwerkingsverband
operate bedienen; behandelen; besturen; bewerken; drijven; een operatie doen; een operatie uitvoeren; exploiteren; in beweging brengen; leiden; opereren; ten gevolge hebben; teweegbrengen; uitwerking hebben; van kracht zijn; werken; werken met
operational operationeel