Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitwerking

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(effect; werking; impact)
effect
;
🔗 De uitwerking van dit telegram deed zich terstond gevoelen.
development
;
elaboration
uitwerking hebben
(werken)
be effective
;
;
be effective
;
have effect
;
impact
;
impinge
; ;
avail
;
be efficacious
; ;
have an effect
;
produce an effect
work out
; ;
elaborate
ellabori
bring about

DutchEnglish
uitwerking consequence; effect; efficaciousness; efficacy; impact; operation; working‐out
geen uitwerking hebben be of no effect; produce no effect; be ineffective
uitwerking hebben operate; take effect; tell; be effective; work
uitwerking hebben op touch
uitwerken effect; flesh out; hammer out; transcribe; work out; develop; elaborate; bring about; wear off