Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word werkzaamheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(doeltreffendheid)
efficacy
🔗 Wegens het uitblijven van bewijs van werkzaamheid heeft de Britse National Health Service in het najaar van 2007 de beslissing genomen te stoppen met alle financiering van alternatieve geneeskunde, waaronder homeopathie.
(bezigheid); ;
trade
🔗 Hij begon met zijn staf bogen door de lucht te beschrijven en begeleidde deze werkzaamheid met een schril gezang dat de rotsen deed splijten.
(werkend)
working
;
laboranta
🔗 Bakker beweert dat ze werkzaam waren als prostituée en vrijwillig zijn meegegaan vanuit België naar Almere en Kraggenburg.
(actief; bedrijvig)
(afdoend; doeltreffend; effectief; efficiënt);

DutchEnglish
werkzaamheid activeness; activity; busyness; duty; efficaciousness; efficacy; operation
onwerkzaamheid inaction; inactivity
werkzaam active; effective; efficacious; employed; industrious; industriously; laborious; operative