Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word handeling

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(actie; optreden)
(actie; daad; verrichting); ;
(actie; daad; verrichting); ;
🔗 Voor een camera zou de vrouw seksuele handelingen hebben moeten verrichten met mannen en met de honden van de verdachten.
(affaire; koopmanschap; negotie; nering);
commerce
;
trade
🔗 Misschien dat ik een kleine handel opzet in noten en wilde honing.
(handeldrijven)
trading
🔗 ’t Gaat al aardig met de handel, waar?
(doen; optreden; te werk gaan)
(handeldrijven)
(doen; optreden; te werk gaan)
🔗 Waar gaan we in handelen?

DutchEnglish
handelingact; action; dealing; deed; operation; process
dwanghandelingcompulsion; compulsive act; obsessional act
handelbusiness; commerce; trade; trading; traffic
handelenact; deal; proceeding; trade
handelingsbekwaamheidcontractual capacity
handelingsbevoegdheidcontractual capacity