English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word lament
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
lament (wail; yammer; bemoan) | ; ; | lamenti |
lament (wail; lamentation) | ||
lament (complain; gripe) | ||
lament (complaint; grievance) | ; | |
lamentation (lament; wail) |
English | Dutch |
---|---|
lament | ⇆ ach en wee roepen; ⇆ bejammeren; ⇆ beklagen; ⇆ betreuren; ⇆ bewenen; ⇆ jammeren; ⇆ jammerklacht; ⇆ jeremiëren; ⇆ klaaglied; ⇆ klaagzang; ⇆ klagen; ⇆ krijten; ⇆ lamenteren; ⇆ weeklacht; ⇆ weeklagen; ⇆ zijn nood klagen |
lamentable | ⇆ armzalig; ⇆ beklagenswaard; ⇆ beklagenswaardig; ⇆ betreurenswaard; ⇆ betreurenswaardig; ⇆ erbarmelijk; ⇆ jammerlijk; ⇆ meelijwekkend |
lamentation | ⇆ gejammer; ⇆ gekerm; ⇆ geklaag; ⇆ gelamenteer; ⇆ geweeklaag; ⇆ jammerklacht; ⇆ klaaglied; ⇆ klacht; ⇆ rouwklacht; ⇆ verzuchting; ⇆ weeklacht |
lamenting | ⇆ gejammer; ⇆ gelamenteer |