English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word handful

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
handful
;
handful
(whit; scintilla; bit)
;
schijntje
;
snippertje
;
sprankje
;
tikje
; ; ; ;
a handful
(a little; a bit; slightly; a tiny bit)
een klein beetje
; ;
(complete; integral; plenary; thorough)
(replete; satisfied);
(complete; integral; thoroughgoing; whole); ; ;
🔗 A failure to strike a full trade agreement would therefore require emergency measures to be put in place.
; ;
(hand over); ;
ter hand stellen
(labourer; operative; worker; working man; workman)
🔗 Scales laid a hand on his shoulder.
(convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over); ; ; ;
(veteran; ex‐serviceman)
(indicator)

EnglishDutch
handful greep; handjevol; handvol; hele kluif; lastpak; pluk
full gevuld; goed; goedgevuld; heel; plenair; rond; ten volle; uitvoerig; vervuld; verzadigd; vlak; vol; volledig; vollen; voltallig; volwaardig; zeer
hand aangeven; aanreiken; afgeven; arbeider; arbeidskracht; geven; hand; handschrift; handtekening; handvol; kaart; kam; man; overhandigen; overreiken; poot; spel; speler; ter hand stellen; toereiken; voorpoot; wijzer