English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word go by

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(rely on; trust)
; ;
🔗 A decade seems to have gone by like a long week‐end, but in fact a lot has happened in that time.
goby
zeegrondel
round goby
ronda gobio
🔗 He looked over his shoulder, then went to the back wall.
(ride; travel; drive)
(be going to; will; shall)
<futura helpverbo>
(wend)
🔗 Where do we go to now?

EnglishDutch
go by afgaan op; bepaald worden door; passeren; verlopen; verstrijken; voorbijgaan; zich laten leiden door
round goby zwartbekgrondel
go aanval; afgaan; aflopen; behoren; beurt; bezwijken; blijven; doodgaan; elan; eraan moeten geloven; fut; gaan; gang; gangbaar zijn; heengaan; horen; hup; keer; lopen; luiden; mode; opraken; opstappen; overgaan; poging; reiken; stuk gaan; thuishoren; tijgen; trekken; uitvallen; vaart; verdwijnen; verstrijken; wegraken; worden; zich voltrekken; zijn