Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word worden
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(raken) | ; ; | |
🔗 Het was winter geworden. | ||
(vereniging) | unification | |
(degenereren; ontaarden; verbasteren) | degenerate | |
🔗 Door een groot herstelproject is de beek, die was verworden tot een saai afwateringskanaal, weer in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht. |
Dutch | English |
---|---|
worden | be; become; come; get; go; grow; pass into; turn; turn into; turn out |
eenwording | unification; integration |
verworden | degenerate |
vloeibaarwording | liquefaction |