English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word gear

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
gear
(cogwheel)		; ;
tandrad
;
tandwiel
gear
gear
(adjust; accommodate; adapt)
gear
(apparatus; device; set; appliance)		;
gear
(kit)
gear‐box
(gear‐case)
gear‐case
(gear‐box)
gear‐case
(chain‐guard)

EnglishDutch
gear⇆ aanpassen; ⇆ drijfwerk; ⇆ gareel; ⇆ gerei; ⇆ getouw; ⇆ goed; ⇆ inrichting; ⇆ instellen; ⇆ onderstel; ⇆ overbrenging; ⇆ toestel; ⇆ tuig; ⇆ uitrusten; ⇆ uitrusting; ⇆ versnelling
change gear⇆ overschakelen; ⇆ schakelen
eccentric gear⇆ excentriek
first gear⇆ eerste versnelling
gear into one another⇆ in elkaar grijpen
gear to⇆ aanpassen aan; ⇆ instellen op
in gear⇆ gekoppeld
out of gear⇆ afgekoppeld; ⇆ ontkoppeld; ⇆ ontredderd; ⇆ van de wijs
rain gear⇆ regenpak
reverse gear⇆ achteruit; ⇆ keerkoppeling
shift gear⇆ schakelen
shift gears⇆ schakelen
throw into gear⇆ inschakelen
throw out of gear⇆ afkoppelen; ⇆ ontkoppelen
top gear⇆ hoogste versnelling
driving‐gear⇆ drijfwerk
firing‐gear⇆ ontstekingsmechanisme
fishing‐gear⇆ vistuig
foot‐gear⇆ schoeisel
gear‐box⇆ versnellingsbak
gear‐case⇆ kettingkast; ⇆ versnellingsbak
gear‐changing⇆ overschakeling
gearing⇆ drijfwerk; ⇆ koppeling; ⇆ overbrenging; ⇆ overbrengwerk; ⇆ versnelling
gear‐lever⇆ pook; ⇆ pookje; ⇆ versnellingshendel; ⇆ versnellingspook
gearshift⇆ pook; ⇆ versnellingshendel; ⇆ versnellingspook
gear‐wheel⇆ kettingwiel; ⇆ tandwiel
headgear⇆ hoofdbedekking; ⇆ hoofddeksel; ⇆ hoofdstel; ⇆ hoofdtooi
landing‐gear⇆ landingsgestel; ⇆ onderstel
steering‐gear⇆ stuurinrichting
ungear⇆ afkoppelen; ⇆ ontkoppelen
worm‐gear⇆ wormwiel