Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word pook

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kachelpook)
poker
🔗 Hij zette de pook weg en richtte zich op.
(pookje; versnellingshendel)
accelerator lever
(pook)
poker
(pook; versnellingshendel)
accelerator lever

DutchEnglish
pook gear‐lever; gearshift; gearstick; poker
kachelpook poker
poken poke; rod; poke the fire; stir the fire
pookje gear‐lever
versnellingspook gear‐lever; gearshift; gearstick