Information about the word 'onderschatten' [dut] (epo: subtaksi)

Synonym: onderwaarderen

Conjugation

Indicative mood
Present tense	Past tense
(ik) onderschat	(ik) onderschatte
(jij) onderschat	(jij) onderschatte
(hij) onderschat	(hij) onderschatte
(wij) onderschatten	(wij) onderschatten
(jullie) onderschatten	(jullie) onderschatten
(gij) onderschat	(gij) onderschattet
(zij) onderschatten	(zij) onderschatten
Subjunctive mood
Present tense	Past tense
(dat ik) onderschatte	(dat ik) onderschatte
(dat jij) onderschatte	(dat jij) onderschatte
(dat hij) onderschatte	(dat hij) onderschatte
(dat wij) onderschatten	(dat wij) onderschatten
(dat jullie) onderschatten	(dat jullie) onderschatten
(dat gij) onderschattet	(dat gij) onderschattet
(dat zij) onderschatten	(dat zij) onderschatten
Imperative mood
Singular/Plural	Plural
onderschat	onderschat
Participles
Present participle	Past participle
onderschattend, onderschattende	(hebben) onderschat

Maar hij had zijn tegenstanders onderschat, want ze waren net zo geslepen als hij.

Maar al te dikwijls wordt het onderschat!

Ik heb je onderschat, kereltje, maar dat zal me geen tweede keer gebeuren!

Overigens zou ik Glawen niet onderschatten als ik jou was.